Synthetische biologie: gezondheid, mode en ethiek

De industrie gaat de synthetische biologie omarmen. Zij kan haast niet anders, met de belofte van hogere opbrengsten, zuiverder producten en veel kleinere effecten op het milieu. Maar gaan hun consumenten dat accepteren?

Dit is het zesde artikel in een serie over het oordeel van consumenten over het gebruik van biotechnologie in de voedingsindustrie. De artikelen verschenen op 18 februari, 2 maart, 3 maart, 10 maart, 15 maart en 27 maart.

Pills Photo RayNata
Synthetische biologie is algemeen aanvaard bij de productie van medicijnen. Foto: RayNata

Te rade bij het gevoel

Vorige maand schreef Alle Bruggink een intrigerende column op deze site over de psychologie van innovatie, vooral op het terrein van biotechnologie. Biotechnologen, zo stelde hij, moeten leren luisteren – naar hun hart, hun morele besef, hun klanten. Maar die klanten zenden verwarrende signalen uit, net als misschien ook wel onze harten en ons morele besef. Bij nader inzien zijn hier drie dimensies aan de orde: gezondheid, mode en ethiek. Het gevoel, deels verbonden met mode (sterk veranderlijk) en ethiek (in principe onveranderlijk) volgt meestal, maar soms om onnaspeurlijke redenen niet, de signalen in deze dimensies. In al zijn onvoorspelbaarheid wel doorslaggevend voor de acceptatie van een product. Laten we twee praktijkgevallen langs de maatstaf van deze dimensies leggen.

Zeer intrigerend vind ik eerste geval, het verschil in benadering tussen medicijnen en voedingsingrediënten, bijvoorbeeld artemisinine (medicijn tegen malaria) versus valenceen (sinaasappelsmaak en –geur). Beide gemaakt met organismen die met synthetische biologie zijn gemodificeerd. Bij medicijnen mag zo ongeveer alles – niemand die kritische vragen stelt over hun productiewijze. Niemand vindt dat artemisinine alleen gemaakt mag worden uit de Artemisia Annua. Het idee dat genezing uit een fabriekspilletje komt, hebben we al lang geleden aanvaard. Maar bij voeding? Het gevoel dat sinaasappelsap alleen mag komen uit geperste sinaasappelen is sterk. Het ‘hele’ product (de sinaasappel) geeft iets extra’s.

Oranges Photo Sandy Austin
Bij sinaasappelsap geeft het echte product iets extra’s. Foto: Sandy Austin

Mode en gezondheid

Is dit gevoel dat ‘natuurlijk’ beter is, mode? Zeker. Gaat het om de gezondheid? Dat is al veel minder duidelijk. We zullen in de fabriek steeds dichter bij natuurlijk sinaasappelsap kunnen komen, door toevoegen van vezels (bijvoorbeeld uit hout), vitamine C, andere geur- en smaakstoffen in kleine hoeveelheden. Voor het gevoel blijft ‘the real thing’ dan nog altijd veel beter. Maar gezondheidsclaims worden dan al moeilijker. Misschien ontdekken we nog wel eens dat micro-ingrediënten, inclusief gifstoffen in homeopathische verdunningen, belangrijk zijn in de sinaasappel, of in ons hele voedingspatroon. Dat zou een belangrijke ontdekking zijn. Maar dat goed nagemaakt sinaasappelsap ongezond zou zijn, lijkt mij moeilijk te bewijzen.

De mode kan ook veranderen. Onmiskenbaar leven we in een tijd waarin natuurlijkheid een belangrijke waarde is, tot en met de keuken van Ottolenghi aan toe. Maar het is heel goed denkbaar dat kunstmatigheid morgen een extra waarde krijgt, en dat de kunstmatige melk die Muufri wil maken een voorbode daarvan is. Stel dat de firma Coca-Cola het idee zou hebben, een kunstmatig sinaasappelsap op de markt te brengen, dan is mode verreweg de belangrijkste dimensie die zij zullen overwegen.

Cow-free milk
Koe-vrije melk komt binnenkort op de markt.

Ethiek bij synthetische biologie

En is er ethiek in het spel bij deze verschillen in benadering van medicijnen en voedingsingrediënten? Zeker. Levens redden is belangrijker dan goede voeding. Daarom is het goed te begrijpen dat bij voeding ons gevoel kritischer is over de bereidingswijze dan bij medicijnen. Zeker wanneer industrieel geproduceerde ingrediënten als ‘natuurlijk’ worden voorgesteld. En precies dit doet de Zwitserse firma Evolva, die zijn biotechnologisch gemaakte vanilline ‘natuurlijk’ noemt en die een Amerikaanse instantie zo ver heeft gekregen dat die dat goedkeurt. Evolva kan dit alleen doen door een sofistisch woordspel met de term ‘natuurlijk’. En het komt neer op misleiding van de consument. Beide ethisch afkeurenswaardig – en in dit geval heeft de ethiek wel degelijk praktische waarde; want wanneer consumenten ontdekken dat zij belazerd zijn, dat ‘natuurlijk’ hetzelfde kan betekenen als ‘industrieel geproduceerd’, zal dat kunnen terugslaan op de hele voedingsindustrie. De actie van Friends of the Earth tegen Evolva snijdt dus wel degelijk hout – op dit punt. En de industrie heeft hen met de domme actie van Evolva zelf uitgedaagd.

Tussen haakjes, hoe moeten we dan denken over schoonmaakmiddelen gemaakt met behulp van synthetische biologie? Gezondheid is hier niet aan de orde, mode nauwelijks (ja, mensen willen tegenwoordig natuurlijke lotions en scrubs, maar hier gaat het over wat je op je vloer smeert, niet op je huid). Ethiek? Dan gaat het in de eerste plaats om goed schoonmaken, zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid. Waarom zou synthetische biologie bij het maken van kaas en bier wel mogen, en zou Ecover die technologie niet mogen gebruiken bij zijn schoonmaakmiddelen?

Baby milk bottle
Bij babymelk is algemeen aanvaard dat het product uit de fabriek komt.

Babymelk

Misschien nog wel meer intrigerend is het geval van babymelk. Deskundigen schijnen het erover eens zijn dat moedermelk (met een paar uitzonderingen) het beste is voor de baby. En toch geven we al tientallen jaren bewerkte koemelk aan de baby. Mode? Zeker. Voortgezette borstvoeding is niet goed te rijmen met de maatschappelijke functie die wij tegenwoordig van vrouwen vragen. Die druk is kennelijk zó sterk dat deze het moederinstinct heeft kunnen verdringen (hoewel in sommige landen als Engeland borstvoeding nu terugkomt als vrouwenrecht). We komen ook steeds meer te weten over de verschillen in samenstelling tussen moedermelk en koemelk, waardoor ons babymelkpoeder steeds dichter de formule van moedermelk benadert. Het Vlaamse bedrijf Inbiose doet hierin nog een stap verder: het maakt op bestelling speciale koolhydraten als (bijvoorbeeld) additieven in de babyvoeding. Het verschil in strategie met valenceen is nihil, je zou op het eerste gezicht zelfs verwachten dat de weerstand hier groter zou zijn omdat het hier niet onze eigen gezondheid maar die van onze baby’s betreft – en toch is hier van maatschappelijke onrust geen sprake. Misschien zelfs het tegendeel: alles voor de gezondheid van onze baby!

Reputatie

Gezondheid en mode wijzen ons gevoel dus in de richting van kunstmatige babymelk. Ethiek: niet aan de orde, of het moest gaan om een algemeen gebod pro duurzaamheid. Maar hier blijkt een vierde dimensie mee te spelen: reputatie. Denk aan het sterkste merk op dit gebied, Nutricia. Volgens voedselexperts geen uitzonderlijk product, maar als je eenmaal de naam hebt dat jouw merk iets extra’s voor de baby heeft en je weet dat door de jaren heen vast te houden – dan krijg je in de ogen van de consument iets bijzonders. Reputatie, consumentenvertrouwen, topproduct. Iets waarvoor de consument wil betalen.

Kortom: in het geval van medicijnen accepteren we elke productiemethode, als het pilletje maar geneest. In het geval van voeding niet. Producenten die synthetisch-biologisch veranderde organismen gebruiken bij het maken van voedingsmiddelen zullen dus extra zorgvuldig moeten zijn in hun verantwoording tegenover henzelf en hun klanten. Zeker met de mode van dit moment is het ‘natuurlijke’ waardevoller. Maar in het verwarrende geval van babymelk gaat dat weer niet op. Zo lang er geen gezondheidsschade optreedt, is de mode de sterkste factor. Maar verwaarloos de ethiek niet. Ethisch bedrog kan hard op de bedrijfstak terugslaan.

(Visited 20 times, 1 visits today)

Plaats een reactie