Donut economie, of waarom economen meer kennis moeten nemen van technologie

Een van de economische bestsellers van dit moment is Donut Economie van de Britse econoom Kate Raworth. Haar boek is een frontale aanval op de dominante neoliberale economische theorie. Permanente groei is onmogelijk! Daarmee overschrijden wij de grenzen van wat de samenleving en het milieu kunnen dragen! Ik zag haar op TV en vroeg me direct af hoe haar project kan slagen zonder goed begrip van de huidige technologische ontwikkelingen. Want technologie, daarvan heeft Raworth geen kaas gegeten. Net zoals de meeste economen. Waardoor haar denken uiteindelijk sterk malthusiaans is gekleurd.

donut economieHet principe van de donut economie

Donut Economie is één van die met veel vaart geschreven en toch wetenschappelijk verantwoorde boeken die je het gevoel geven: maar natuurlijk is dat zo, waarom ziet de hele wereld dat niet in? Ondanks mijn kritische instelling heb ik het met veel plezier gelezen. Raworth is daarnaast een bevlogen spreker die haar gehoor gemakkelijk meeneemt in haar gedachtewereld. In haar boek grijpt ze terug op de grondleggers van de economische wetenschap, die nog niet door de heersende neoliberale mode werd beïnvloed. En ze maakt duidelijk dat bedrijven en overheden hun doelstellingen moeten verbreden tot vér buiten het verdienen van geld en economische groei, om te voldoen aan heel normale maatschappelijke eisen van de meeste mensen.

In haar beeld van de donut sluit Raworth aan bij de gedachte van ‘planetaire grenzen’ zoals beschreven in 2009 door Johan Rockström en 28 collega-wetenschapsmensen, in een artikel in Nature. De auteurs formuleren 9 planetaire grenzen waarbinnen de mensheid moet blijven om de hulpbronnen van de Aarde niet in gevaar te brengen. Bij Raworth is de binnenste, lege ruimte van de donut het terrein van menselijke armoede en ontbering – een ruimte die we moeten ontgroeien. De donut zelf is de ‘veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid’. Daar buiten ligt het domein van de ‘kritieke planetaire degradatie’. Maar hé, ontdekken wij niet onze oude vriend Robert Malthus in dit idee van planetaire grenzen? Het idee dat de hulpmiddelen van de aarde beperkt zijn, en dat deze overschreden worden door groeiende menselijke activiteit – door een groeiende bevolking, zoals bij Malthus, of door economische groei, zoals bij Raworth in haar Donut Economie, en veel eerder al door de Club van Rome?

planetaire grenzen
Het beeld van de cirkel wordt veel gebruikt om planetaire grenzen aan te geven. Zoals hier in een artikel over de milieu-effecten van landbouw door Meier.

Bewegende grenzen

Het basisidee van Malthus – beperkte hulpbronnen zullen uiteindelijk altijd worden uitgeput wanneer de mensheid daarvan steeds méér gebruik gaat maken – is uitermate simpel en overtuigend. Het werkelijke raadsel rond economische groei is daarom, waarom die uitputting steeds opnieuw niét plaats vindt. Maar deze vraag schijnt niet populair te zijn. Terwijl daarop toch een simpel antwoord bestaat: grenzen verschuiven door technologische ontwikkeling. In de laatste twee eeuwen heeft de mensheid, wanneer er grenzen in zicht kwamen, haar slimheid steeds weer gebruikt om nieuwe oplossingen te ontwikkelen. Dit is ook het korte antwoord op de vraag waarom er in 45 jaar tijd nog niets van de verwachtingen van de Club van Rome is uitgekomen. Desondanks heeft het idee van planetaire grenzen nog altijd een bijzondere aantrekkingskracht. Terecht, voor zover het appelleert aan de notie dat wij verantwoord met ons natuurlijk erfgoed moeten omgaan; ten onrechte, voor zover dit idee ons het zicht ontneemt op de meest productieve maatregel om de grenzen op te rekken: investeren in milde technologieën. Of, zoals wij dat in ons boek More with Less hebben genoemd: in precisietechnologie – een technologie waarmee wij precies bereiken wat wij willen bewerkstelligen maar waarmee wij geen schadelijke neveneffecten veroorzaken. Op basis daarvan hebben wij de term precisie-economie gemunt, sowieso beter dan de duffe term donut economie.

more with lessDoordat de schrijfster van Donut Economie zeer beperkt zicht heeft op technologische ontwikkelingen, staat het boek vol met louter economische maatregelen die de mensheid moet treffen; Kate Raworth formuleert geen technologische ontwikkelingsdoelen, zoals steun aan precisietechnologie. Wel spreken de meeste inzichten die zij formuleert mij zeer aan. Zoals: de gedachte achter ons te laten dat economische groei de meeste maatschappelijke problemen zal verhelpen, van ongelijke inkomensverdeling tot milieuvervuiling. Raworth laat ook zien dat de schonere economie, die volgens neoliberale economen gaat ontstaan bij verdere economische groei, voor een deel schijn is, namelijk gebaseerd op verplaatsing van onaangename activiteiten naar ontwikkelingslanden. En ze ondersteunt in hoofdstuk 6 wel de circulaire economie en biomimicry; maar ze begrijpt deze toch vooral in economische termen: ze zijn volgens haar gebaseerd op een nieuw begrip van waarde. Dat hieronder een technologische revolutie naar milde technologieën schuilgaat, ontgaat haar.

De donut economie is geen gesloten systeem

In hoofdstuk 2 verzet Kate Raworth zich tegen de gedachte van de economische modellenbouwers dat de economie een gesloten systeem zou zijn. Klopt! Maar in dezelfde alinea (p.75) meent ze dat de aarde zelf wel een gesloten systeem is: ‘de energie van de zon gaat er weliswaar doorheen, maar materie kan alleen erbinnen circuleren’ (en hierbij citeert ze Herman Daly, die dezelfde fout maakt). Het is opmerkelijk, dat ze de bijdrage van de zon wel ziet, maar niet begrijpt hoe fundamenteel deze is. Juist door de zon is de aarde geen gesloten systeem: de zon zendt elke dag duizenden keren meer energie naar de aarde dan wij nodig hebben voor onze economie. Veel economen zullen zeggen dat zonne-energie ons geen materialen oplevert. Maar ook daarin hebben ze ongelijk. Alleen al de productie van landbouwafval bedraagt 7 miljard ton per jaar, terwijl de gehele chemische industrie minder dan 1 miljard ton per jaar produceert. Zelfs veel metalen kunnen op den duur worden vervangen door kunststoffen uit biomassa. Maar het enige gebruik van biomassa dat in Donut Economie wordt genoemd, is ten behoeve van energieopwekking. De biobased economy komt, anders dan de circulaire economie, dan ook niet aan de orde.

Samenvattend: een mooi boek, de Donut Economie. Maar het was nog beter geworden met wat meer begrip van de technologische revoluties van onze tijd; neen, niet ICT, maar chemische katalyse, biotechnologie, benutting van biomassa-reststromen, precisietechnologie in het algemeen. Waarmee ook de kunstmatige tegenstelling in het boek tussen het winstbejag van bedrijven en de verheven doelstelling van de donut economie overwonnen kan worden. Want een interessant kenmerk van precisietechnologieën is nu juist dat bedrijven deze toepassen te eigen bate, en dat deze tegelijkertijd sociale en ecologische doelstellingen ondersteunen.

Kate Raworth. Donut economie. In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Amsterdam 2017. ISBN 978 90 468 23187.

Interessant? Lees dan ook:
Economen, luister: de aarde is GEEN gesloten systeem
Naomi Klein: vluchten kan niet meer
Precisie, teken van een nieuwe tijd

(Visited 107 times, 1 visits today)

1 gedachte over “Donut economie, of waarom economen meer kennis moeten nemen van technologie”

  1. Toch is maar een planeet en op 1 augustus blijkt de aarde al op. Dus ergens wel n gesloten systeem en ondanks al het technologisch vernuft hiervoor geen oplossing. Het blijft een aarde.
    Ik geloof niet in de technologische imperatief.
    Technologie lost iets op en daarachter onstaat dan een veel groter probleem. Leven zonder vervuilen en opmaken zal er nooit komen.
    En het uitsterven van diersoorten krijgt ook nooit n technologische oplossing. Helaas. We zullen echt moeten minderen.

    Beantwoorden

Plaats een reactie