Stefano Facco (Novamont): de toekomst is aan de lokale, zorgvuldige bioraffinaderij

Novamont is een Italiaans bedrijf dat materialen en biochemicaliën wil ontwikkelen door de integratie van chemie en landbouw. Het is een van de vlaggenschepen van de snel groeiende Italiaanse bio-economie. Op de World Biomarkets Conference in Amsterdam spraken we met Stefano Facco, hun directeur New Business Development.

Stefano_Facco_NOVAMONT
Stefano Facco

‘De bio-economie,’ zegt Facco, ‘kunnen we niet op dezelfde manier opbouwen als de fossiele economie. Een industrie op basis van suikerriet kan perfect zijn in Brazilië, en die op basis van maïs heeft een grote toekomst in de VS; maar we kunnen die modellen niet kopiëren in landen met totaal verschillende klimaten, gewassen en landbouwmodellen. Het heeft geen zin die grondstoffen over de aardbol te slepen; in plaats daarvan zal elke regio zijn eigen bio-economie moeten ontwikkelen, op basis van zijn lokale gewassen en omstandigheden. In Zuid-Europa kan de zonnebloem een uitstekende grondstof zijn voor de groene chemische industrie; maar in Afrika, waar de groene chemie enorm kan bijdragen aan de ontwikkeling van het platteland, zullen bedrijven andere modellen moeten ontwikkelen.’

Matrìca, een lokaal geïntegreerde bioraffinaderij

Novamont (samen met Versalis) heeft een van de verrassende nieuwe industrieën van de bio-economie gebouwd, de Matrica fabriek in Porto Torres op Sardinië, waarover wij al eerder schreven. Versalis, een petrochemisch bedrijf, leverde de engineering en bouwde de installatie, terwijl Novamont de technologie ontwikkelde en leverde (een geheel nieuw en uniek industrieel proces). De grondstof is olie van de distel (en andere gewassen), een gewas dat weinig inputs vraagt en in groten getale kan worden geteeld op de vele landerijen die op het eiland zijn braak gelegd. Met goede landbouwtechnieken kunnen boeren 16-17 ton biomassa oogsten per hectare, waarvan 10% zaden. Nadat de olie daaraan is onttrokken, kunnen boeren het restant gebruiken als diervoeding. De distel verzamelt zijn water in de winter en heeft geen irrigatie nodig in de droge Sardijnse zomers. Het telen van distels voorkomt erosie en draagt zo bij aan het behoud van de habitat van het eiland. En boeren verdienen ermee. Dit jaar verbouwt Matrica het gewas op 4.000 hectare landbouwgrond, de bedoeling is dat dit areaal wordt uitgebreid tot 10.000 hectare. Novamont verwerkt de plantaardige olie tot vele groene chemische tussenproducten, waaruit smeermiddelen, vetten, polymeren, cosmetica, bestrijdingsmiddelen en andere stoffen kunnen worden gemaakt. ‘Geheel nieuwe fabriek, nieuwe technologie,’ zegt Facco. ‘Zorgvuldig met het land, zorgvuldig met het natuurlijk milieu, en zorgvuldig met de lokale gemeenschap. Een behoudende industrie in de beste zin van het woord, een bioraffinaderij geïntegreerd in de plaatselijke gemeenschap.’

thistle
De distel, een plaatselijk en duurzaam gewas.

Een van de belangrijke kenmerken van dit project is de nauwe samenwerking met de plaatselijke boerencoöperatie Coldiretti. ‘Individuele boeren zijn te klein om een kritische massa te vormen, zij hebben de coöperatie nodig om voor hun belangen op te komen,’ zegt Facco. ‘Voor Matrica is de coöperatie een onmisbare partner om de boeren ervan te overtuigen dat dit project in hun belang is. Zij zijn traditioneel gericht op de voedings- en veevoermarkt, en moeten ervan bewust worden gemaakt dat het telen van grondstoffen voor de chemische industrie net zo goed een betrouwbaar inkomen kan opleveren. En, zeker ook heel belangrijk, boerencoöperaties hebben politiek gewicht en kunnen daarmee een rol spelen in de politieke en bestuurlijke processen.’ Plaatselijke omstandigheden kunnen elders anders zijn, maar deze overwegingen zijn overal geldig bij het vormen van de bio-economie.

Brandstoffen of chemicaliën?

Hoewel hij vele jaren in de sector biobrandstoffen heeft gewerkt, vindt Facco de huidige politieke aandacht voor biobrandstoffen misplaatst. ‘In de petrochemische industrie zijn brandstoffen het product met de laagste prijs. Dat zal niet anders zijn in de bio-economie. Biobrandstoffen hebben weinig toegevoegde waarde, en in Europa hebben we er ook niet genoeg land voor. Maar biochemicaliën kunnen belangrijk worden, met hoge toegevoegde waarde voor Europa. De lage prijzen die wij nu betalen voor veel geïmporteerde producten, vooral gebruiksgoederen, zijn grotendeels het gevolg van de lage sociale en milieunormen in vele landen. We kunnen niet groen zijn op de schouders van andere mensen die onze hoge normen nog niet hebben gehaald. We zouden die normen naar hen moeten exporteren, want anders krijgen we een ‘race to the bottom’. En we kunnen ook zelf heel goed vele chemicaliën, tussenproducten en gebruiksgoederen maken. Als we het goed aanpakken, kunnen vele producten terugkomen naar Europa.’

Novamont is een zeer interessant bedrijf met vele nieuwe projecten. Facco zegt dat Novamont volgend jaar een nieuwe fabriek zal openen op hun locatie in Veneto, waar het 1,4 BDO (een veel gebruikt tussenproduct) zal maken uit suiker met behulp van fermentatie. Meer nieuws volgt. En wij zullen hen blijven volgen.

(Visited 4 times, 1 visits today)

Plaats een reactie