Chemie versus bacterie, # 59. Fytomedicijnen, wat werkt?

In populaire publicaties krioelt het van de aanbevelingen om plantaardige middelen te gebruiken, voor welke aandoening dan ook. Regelgeving ontbreekt veelal. Het is haast onbegonnen werk om waarheid en verdichtsel uit elkaar te halen. De beste informatie komt uit Duitsland; daar is van alle Westerse landen de natuurgeneeskunde altijd het sterkst gebleven. Dit land neemt dan ook het voortouw bij de regulering van fytomedicijnen (plantaardige geneesmiddelen). Door de zogenoemde Commissie E, die deze vanaf 1978 beoordeelt naar wetenschappelijke maatstaven.

Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 57. Faagtherapie, een veelbelovend alternatief voor antibiotica?
Aflevering 58. Natuurlijke geneesmiddelen
Aflevering 59. Fytomedicijnen, wat werkt?
Aflevering 60. Plantaardige antibiotica: knoflook
Aflevering 61. Plantaardige antibiotica: kaneel

fytomedicijnen
Vooral in Duitsland zijn fytomedicijnen populair en vaak ook goed beschreven.

Van top 5 tot top 50

De lijstjes met plantaardige antibiotica variëren van een top 5 tot meer dan 50. Een voorbeeld om de diversiteit te tonen: knoflook, gember, appelazijn, olijfolie, uien, vitamine C, grapefruit, mierikswortel, eucalyptus, honing, goudzegel, mirre, zonnehoed en kaneel. We gaan er twee behandelen in de volgende afleveringen: knoflook en kaneel. Maar eerst meer over het werk van deze commissie E.

Breed onderzoek

Commissie E is onderdeel van het Bundesinstitut für Arzeneimittel und Medizinprodukte (BfArM), en binnen dat geheel verantwoordelijk voor ‘fytotherapie en plantaardige stoffen’. In 1997 bundelt zij haar bevindingen in een dik boekwerk. Wij baseren ons op de Engelse vertaling, die uitkomt in 1998. Sindsdien heeft de Commissie E nog vele monografieën geschreven over afzonderlijke fytomedicijnen. Al wordt nieuwe kennis nu vooral ontwikkeld in internationaal verband, vooral in dat van de Europese Unie.

De Commissie E is zeer breed samengesteld; zij bestaat uit artsen, apothekers, farmacologen, toxicologen, vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie en leken. Zij doet zelf onderzoek naar de werkzaamheid en bijwerkingen van fytomedicijnen. Dit onderzoek bestaat uit ‘klinisch onderzoek, veldstudies, verzameling van individuele gevallen, wetenschappelijke literatuur inclusief feiten gepubliceerd in standaardwerken, en kennis van medische vakverenigingen,’ aldus de Amerikaanse arts Varro E. Tyler in het voorwoord bij de Engelstalige uitgave. Als gecontroleerd klinisch onderzoek ontbreekt, baseert de commissie zich op wetenschappelijke literatuur, klinische gegevens en relevant experimenteel onderzoek. Het boek van de Commissie E kan worden gebruikt als naslagwerk. Het beschrijft gebruik, contra-indicatie, neveneffecten, en interacties tussen geneesmiddelen. Het bevat uitgebreide indexen.

gember
Gember, één van de top tien populaire geneeskrachtige gewassen. Foto: Shutterstock  1288668253

Redelijke zekerheid

Commissie E probeert een ‘rationele fytotherapie’ te ontwikkelen. Deze berust volgens vicevoorzitter prof. H.Schilcher op vier pijlers:
1. Dosis-effect relatie. De medicinale werking van een plantaardig extract is afhankelijk van de dosering waarin dit wordt toegediend.
2. Relatie tussen ingrediënt en werkzaamheid. Vaak kan de werkzaamheid worden toegeschreven aan specifieke ingrediënten. Meestal gaat het hierbij om meerdere stoffen.
3. Extracten versus geïsoleerde ingrediënten. Fytomedicijnen uit gestandaardiseerde extracten bevatten meestal meerdere ingrediënten, samen met meer effect dan enkelvoudige stoffen.
4. Farmaceutische kwaliteit. Bij succesvolle fytotherapie moeten de medicijnen van hoge medische en farmaceutische kwaliteit zijn.

De werkwijze van de Commissie E leidt niet tot de zekerheid die wordt vereist voor industrieel ontwikkelde medicijnen. Volgens haar criticus Jonathan Treasure is hun werk zelfs onwetenschappelijk, omdat het niet verwijst naar verifieerbare bronnen. De commissie zelf zegt dat ze slechts ‘redelijke zekerheid’ geeft over werking en veiligheid van het medicijn. Plantaardige medicijnen hebben een andere status dan industriële medicijnen. Ze kunnen de kosten van dubbelblind wetenschappelijk onderzoek niet dragen. Al was het alleen maar doordat ze niet worden beschermd door een patent. Maar toch, aldus Tyler, bewijst de Duitse praktijk dat langdurig gebruik ons redelijkerwijs verzekert van hun veiligheid en doeltreffendheid. Overigens krijgen lang niet alle natuurlijke geneesmiddelen een goedkeurend stempel. Als de voordelen niet blijken op te wegen tegen de gevaren wordt het geneesmiddel niet ‘goedgekeurd’.

Koreaanse ginseng
Koreaanse ginseng. Foto: Eugene Kim, Wikimedia Commons

Verschillende landen hebben sterk verschillende regels over het gebruik van fytomedicijnen. Vooral met betrekking tot de effecten waarop het product aanspraak mag maken. Soms mogen producenten ‘gezondheidseffecten’ claimen; dan is het product een medicijn. Maar vaak mogen ze hun product alleen als ‘voedingssupplement’ aanbevelen. Nationale tradities spelen daarbij een grote rol. Ook bij de vraag of behandeling met traditionele medicijnen vergoed wordt door de verzekering. Om deze redenen is de Europese Unie vanaf 1990 begonnen met harmonisatie op dit terrein – een proces dat nog niet is afgerond.

Een grote markt voor fytomedicijnen

De markt is groot en alleen al daarom is meer zekerheid over de werking van fytomedicijnen van groot belang. In de VS kochten consumenten in 1997 voor $ 441 miljoen aan plantaardige supplementen; d.w.z. Over The Counter (OTC) producten, zonder doktersrecept. In de Europese Unie was dat bedrag in 1996 al rond $ 7 miljard, waarvan de helft in Duitsland en een kwart in Frankrijk (gegevens Commissie E). Maar deze producten zijn slecht gedefinieerd. Eén recent rapport verwacht per eind 2022 wereldwijd OTC verkopen van $ 22 miljard. Volgens een ander rapport bedragen de verkopen wereldwijd (OTC + traditionele medicijnen) nu al $ 148 miljard.

 Veel gebruik in Duitsland

In de Duitse traditie zijn sommige plantaardige medicijnen van oudsher goed bestudeerd. Commissie E kon daardoor direct aan de slag. Er bestond destijds bijvoorbeeld al goede literatuur over valeriaanwortel, Echinacea (plant en wortel), ginkgo bladextract, sint-janskruid, kamillebloemen, mariadistelextract, en aftreksel van meidoornbloemen en –bladeren. Een onderzoek uit 1997 laat zien dat Duitse artsen fytomedicijnen voorschrijven bij een kwart van psychovegetatieve problemen (buikpijn, hartkloppingen e.d.), en bij ruim 10% van aandoeningen van de luchtwegen, problemen met hart en bloedsomloop en met de spijsvertering. Fytomedicijnen goedgekeurd door Commissie E worden dan al vergoed door de verzekering. Verder gebruiken Duitsers op eigen kracht fytomedicijnen bij verkoudheid (66%), griep (38%) en in mindere mate bij spijsverteringsproblemen, hoofdpijn, slapeloosheid, maagkanker en zenuwachtigheid. Veel mensen gebruiken zulke middelen ter voorkoming, eerder dan genezing van ziekte.

Commissie E heeft zowel positieve als negatieve beoordelingen gegeven. Een negatief oordeel kan voortkomen uit onvoldoende bewijs van de werking, of uit het oordeel dat de gevaren groter zijn dan het nut – bijvoorbeeld bij monnikskap. Sommige fytomedicijnen werken zeer krachtig, zoals bilzekruid (henbane), Indische slangenwortel (Indian snakeroot) en squill. De commissie beveelt aan dat deze alleen worden verkocht op recept. Ook heeft de commissie haar oordeel wel eens veranderd op basis van nieuwe informatie. De beoordeling van meekrap bijvoorbeeld werd veranderd in negatief omdat een van de componenten, lucidine, kanker en mutaties blijkt te veroorzaken in ratten. Steeds staat de veiligheid van de middelen voorop, binnen de voorgeschreven dosis.

Na de Commissie E

Commissie E gaf een oordeel over zo’n 380 geneesmiddelen. Daarvan werden 186 middelen en 66 combinaties positief beoordeeld. Bij 118 middelen was het oordeel negatief ‘vanwege een ongunstige verhouding tussen nut en risico.’ Tegenwoordig werken de Duitse autoriteiten samen in Europees verband. Binnen de EMA (European Medicines Agency) en daarin vooral in de HPMC (Committee for Herbal Medicinal Products). Verder is er een Europees samenwerkingsverband ontstaan van nationale organisaties in de fytotherapie (Escop, European Scientific Cooperative on Phytotherapy). En ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, World Health Organization) levert een wetenschappelijke bijdrage bij de beoordeling van plantaardige medicijnen. Het veld is volop in beweging – in de volgende afleveringen gaan we kijken naar voorbeelden.

Plantaardige antibiotica

De literatuur geeft een lawine aan informatie over antibiotische werking van allerlei planten. Zo is er zelfs een top 14 lijst. Voor de twee meest genoemde planten, te weten knoflook en kaneel, zullen we in de volgende twee afleveringen proberen te achterhalen hoe serieus we die claims moeten nemen.

Geraadpleegde bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
The American Botanic Council, The Complete German Commission E Monographs. Therapeutic Guide to Herbal Medicines. Boston, 1998. ISBN 0-9655555-0-X
PDR for Herbal Medicines, Third Edition. Thomson PDR, Montvale, NJ, USA. ISBN 1-56363-512-7
The Top 7 Most Effective Natural Antibiotics and … https://naturalife.org/natural-remedies/best-natural-antibiotics
14 Best Natural Antibiotics To Fight Infection Better Than Pharmaceuticals (dailyhealthpost.com)

(Visited 8 times, 1 visits today)

Plaats een reactie