Vloeibaar gemaakt groen gas (LBG) in de polder

Vrachtautoverkeer of zelfs vliegen op vloeibaar gemaakt groen gas is mogelijk. Jan Cees Vogelaar, een innovatie boer uit Flevoland, en oprichter van het bedrijf HaverstaGG in Lelystad, heeft het concept voor de vervaardiging klaar. Hij denkt aan twintig vervloeiingspunten in Nederland waar omheen in de buurt een speciale grassoort wordt geteeld, geraffineerd en gecascadeerd, waarna in een biovergister groen gas ontstaat waarvan hij bijna 20 miljoen kubieke meter wil gaan produceren. Dat wordt verdicht tot LBG (Liquefied Bio Gas), een biobrandstof die geschikt is voor zware vrachtauto’s. Tot 10% van het Nederlandse vrachtverkeer zou hij van biobrandstof kunnen voorzien. De businesscase is rond en positief, maar overheden op verschillende niveaus liggen dwars.

Jan Cees Vogelaar
Jan Cees Vogelaar

LBG concurrerend met diesel
Jan Cees Vogelaar heeft 130 koeien en 3 windturbines. De koeien doen het goed, de windmolens niet. Veel technische storingen kostten hem vorig jaar de helft van zijn inkomen. En ook zijn nieuwe bedrijf HarvestaGG loopt tegen problemen aan, maar die zijn van een andere aard. Als agrarisch ondernemer heeft hij, na lang zoeken naar de juiste grassoort, een plan ontwikkeld om een bepaalde soort rietzwenkgras tussen de ‘normale’ gewassen door te telen. Dat wil zeggen, boeren te bewegen eens in de zoveel jaar dit type gras te telen als variant op hun uien, (suiker)bieten, aardappelen of tarwe. Tarwe levert het minst op, het saldo van zijn rietzwenkgras is hoger, dus dat lijkt een goede optie voor de boeren. Daarbij denkt hij aan een lokale activiteit binnen een cirkel met een straal van 15 kilometer om te voorkomen dat ze al dat water in het gras te ver moeten gaan verslepen: ‘In dat geval krijg je nooit een rendabele businesscase.’

Het gras komt van de boeren in de omgeving die per ton droge stof worden betaald en een jaarcontract krijgen. Het wordt voorgedroogd op het land – tot 30% droge stof – ge(bio)raffineerd en gecascadeerd en levert eiwitten en vezels. De eiwitten leveren diervoeder en de vezels worden in de plantaardige vergister omgezet in groen gas. Met dit groene gas is de businesscase nog niet rond en daarom maakt Jan Cees er op dezelfde locatie vloeibaar gas van. ‘Zwaar vrachtverkeer rijdt namelijk 1500 tot 2000 km op een tank vloeibaar gemaakt gas, terwijl dat bij gecomprimeerd aardgas of groen gas maar 300 tot 400 km is. Dat is de zin van het verdichten tot LBG. Veel efficiënter en nul CO2-uitstoot. Het LBG kan, zonder premium concurreren met diesel en door de ontbrekende NOx-uitstoot krijgen ‘onze’ vrachtauto’s vaak een bredere venstertijd, dus meer distributie-uren, om de stad in te rijden. Sinds ruim een jaar doet Essent mee en in 2015 komt de eerste biovervloeiingsinstallatie ter wereld in de buurt van Lelystad. Als het niet tegenzit.’

Rietzwenkgras
Rietzwenkgras

Chemische producten, nog niet
Het verhaal moet precies sluiten, en in feite gaat het erom welke biomassa het meest duurzaam is. Alles moet kloppen aan het concept, en alleen productie van gas is onvoldoende voor de businesscase. Vandaar de cascadering. Ook eiwit is een product. Voor diervoeding en later misschien ook nog wel voor humane voeding. Maar er zijn meer positieve punten. Zo is zijn rietzwenkgras beter voor het in stand houden van de bodemkwaliteit dan andere gewassen – ‘In Nederland loopt het organische stofgehalte in de bodem hard terug’ – omdat, in tegenstelling tot rooigewassen, de wortels in de grond blijven zitten. Maak je daar turf of bodemverbeteraar van dan heeft dat product als voordeel dat het NPK bevat. Nederland importeert meer dan een miljoen ton turf als bodemverbeteraar voor potgrond. ‘We maken een heel mooie turf en dat is zelfs een kwart van onze businesscase.’ Op die manier levert het meer op dan als je er bijvoorbeeld pyrolyse-olie van zou maken. Aan chemische basisproducten denkt Jan Cees voorlopig nog niet. Wel aan het opzetten van 20 locaties in Nederland waar hij vloeibaar biogas kan gaan maken.

Lokale politiek
Bij de eerste opzet ging het echter al mis. Jan Cees Vogelaar had 180 boeren geïnteresseerd in Swifterbant (Flevoand) voor het telen van rietzwenkgras. ‘Je hebt 2000 ha gras nodig voor het opzetten van een eenheid voor vergisting en vervloeiingspunten. Zo ver, zo goed, maar toen lag de lokale gemeenteraad dwars. Waarom? Vanwege de vergisting van het gras. De mestvergisters staan al een tijdje (letterlijk) in een kwade reuk omdat hun bedrijfsvoering in sommige gevallen niet goed is. ‘Dat komt,’ zegt Jan Cees, ‘doordat ze er het verkeerde afval in vergisten, maar bij onze vergister, die alleen op plantaardig materiaal draait, is er niets aan de hand.’ Toch ging de gemeenteraad niet akkoord en moest hij zijn hele project afblazen. Nu is hij een stuk verderop opnieuw begonnen. Hopelijk gaat het deze keer wel goed in Lelystad. Hij noemt zijn installatie de ‘Green Good Farm’ omdat hij geen fabrieken op het platteland wil vestigen, maar wel installaties voor de biobased economie.

HarvestaGG
HarvestaGG

Landelijke politiek
Landelijk krijgt hij meer medewerking van de overheid. Jan Cees heeft een ‘Green deal’ gesloten met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) dat hem heeft toegezegd de belemmerende regelgeving voor de biobased economy op te lossen. Hij is er enthousiast over. Gras wordt beschouwd als non-food (tweede generatie biobrandstof) en zou, omdat er cellulose en lignocellulose in zitten, in aanmerking voor dubbeltelling in het geval van bijmenging als biodiesel. Maar daar is het Ministerie van Infrastructuur en Millieu (I&M) het weer niet mee eens omdat er ook eiwitten, vetten en suikers inzitten. Sterker, in 2014 wordt zelfs een vierdubbeltelling van kracht. Maar wederom zit biobrandstof uit gras daar niet bij. Dit ondanks het feit dat internationale deskundigen, diverse NGO’s en EZ het een prima concept vinden dat aan alle voorwaarden voldoet. Het is een groot probleem voor deze innoverende agrarische ondernemer, die zich bovendien afvraagt waarom andere landen in Noordwest Europa dit wel goedkeuren en alleen Nederland niet. ‘De wegen van de overheid zijn onnaspeurlijk,’ zucht hij, ‘I&M houdt in feite een nieuwe groene industrie tegen.’

Jan Cees Vogelaar: ‘We werken aan robuuste processen en denken niet zozeer aan technische hoogstandjes, maar aan een stevige businesscase, die – mits goed doorgerekend – een nieuwe, groene industrie voor Nederland kan opleveren.’ Hij heeft nog een extra argument: ‘Ganzen zijn niet dol op ons gras en de ganzendruk neemt sterk toe in ons land. Daarom zou dit proces zeer geschikt zijn voor de Haarlemmermeer en de gebieden rond Schiphol. En juist daar plannen we onze volgende vestiging.’

(Visited 2 times, 1 visits today)

1 gedachte over “Vloeibaar gemaakt groen gas (LBG) in de polder”

Plaats een reactie