Lars Hansen (Novozymes): Europa moet zijn beleid en financiële steun synchroniseren

Lare Hansen
Lars Hansen

De groene industrie gaat het CO2-probleem verlichten, en regionale ontwikkeling en arbeidsplaatsen op het platteland scheppen. Zegt Lars Hansen, Directeur Europa van Novozymes, een van de leidende Europese bedrijven in de biobased economy. Maar Europa moet zijn beleid en financiële steun daarop afstemmen, om die doeleinden te bereiken. En we moeten nooit vergeten dat het allesoverheersende doel van deze ontwikkeling, de noodzaak van duurzaamheid is.

‘Hopelijk zullen we bij een terugblik het olietijdperk als een afwijking zien. Gebruik van olie is een luie manier van energieopwekking. Maar het vervangen van olie gaat meer dan 50 jaar duren. Het streven van de biobased economy is, met biobrandstoffen en biochemicaliën een aanvulling te leveren op de ‘fossiele’ industrie. Maar dat zal niet gemakkelijk zijn: ze hebben een voorsprong van 150 jaar.’

Geen haast, a.u.b.
Lars Hansen haalt het spreekwoord aan dat het betere de vijand is van het goede, ook in de biobased economy. We moeten niet de eerste generatie biobrandstoffen tegenhouden met een beroep op de tweede generatie; of de tweede met een beroep op de derde. Als we dat zouden doen, zou de industrie nooit een krachtige sector kunnen opbouwen. Novozymes investeert al in onderzoek naar de derde generatie (zeewier in India); maar als je alléén producten wilt gebruiken die positief scoren op alle aspecten, zegt Lars Hansen, blijf je met lege handen staan. Daarom moeten we de aandacht richten op wat we op dit moment kunnen doen, terwijl we tegelijkertijd onderzoek verrichten dat morgen en overmorgen toegepast zal kunnen worden.

‘Men denkt dat er voor de biobased economy te weinig land beschikbaar is. Maar volgens de FAO is er meer dan genoeg land. Er is een enorm potentieel voor verbetering van landbouwmethoden, ook in Europa, vooral Oost-Europa. Europa legt land braak, dat we voor de biobased economy zouden kunnen gebruiken. En we kunnen bovendien landbouwafval gebruiken, zoals stro en snoeihout, zonder dat we komen aan de voedselvoorziening.’

De Europese Commissie moet eens duidelijke keuzes maken
‘De technologie voor tweede generatie ethanol is beschikbaar. Er wordt gewerkt aan een proeffabriek in Salamanca (Spanje). Chemtex bouwt een fabriek voor 50 miljoen liter per jaar in Crescentino (Italië), die stro gaat omzetten in suiker, en vervolgens in ethanol. Deze zal dit jaar (2012) in werking komen. Maar het probleem voor Europa is dat dit de enige Europese fabriek van zijn soort is die nu gebouwd wordt, terwijl er veel soortgelijke projecten zijn in Brazilië, de VS, en Zuid-Oost Azië. Het probleem ligt bij het Europese beleid dat achterloopt; Europa neemt niet de juiste stimulerende maatregelen. We hebben behoefte aan duidelijker signalen van de Europese Commissie. Een tijdje geleden gaf de EU aan dat ze deze kant op wilde gaan. Maar de maatregelen die de Commissie heeft genomen zijn onvoldoende voor investeerders. We hebben behoefte aan Europees beleid dat naar één punt wijst, een duidelijk signaal dat men heeft begrepen dat hier een enorme kans ligt voor de EU.’

‘Wij hebben de technologie, en de grondstoffen, en bedrijven die willen investeren. Maar er ontbreken drie elementen van beleid,’ zegt Lars Hansen. ‘Bij de herziening van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB, of in het Engels CAP, Common Agricultural Policy) moeten boeren die biomassa willen leveren, duidelijk worden ondersteund. Aan de vraagkant hebben we behoefte aan een duidelijk signaal dat de Commissie een vast percentage tweede generatie ethanol in de brandstofmix verlangt. En de biobased economy moet als één van de doeleinden worden opgenomen in het gemeenschappelijke R&D-beleid, Horizon 2020. Er moet financiële steun beschikbaar komen voor ‘first of a kind’ fabrieken van tweede-generatie ethanol, niet alleen in Noord-Italië maar ook bijvoorbeeld in Duitsland en Polen, omdat we weten dat grondstoffen en technologie van land tot land kunnen verschillen. Kortom: Europa moet zijn beleid en financiële ondersteuning synchroniseren.’

Uiteindelijk gaat het allemaal om duurzaamheid
‘Misschien wordt goedkoop schaliegas wel een probleem voor de alternatieven voor fossiele brandstoffen. Maar we moeten ons realiseren dat in laatste instantie het raison d’être voor de groene industrie gelegen is in duurzaamheid; in het helpen oplossen van het CO2-probleem; en in het scheppen van werkgelegenheid op het platteland.’

‘We moeten nooit vergeten dat het allesoverheersende doel van deze ontwikkeling, de noodzaak van duurzaamheid is.’

(Visited 3 times, 1 visits today)

Plaats een reactie