Connecting Industries, een mooi boek met beperkingen

Het eerste boek op tomatenpapier heeft uiteraard te maken met duurzaamheid. Het heet ‘Connecting Industries’ met als ondertitel ‘Duurzaamheid en Innovatie in de Noordzeedelta’. Schut Papier, een kleine gespecialiseerde papierfabriek uit Heelsum, ontwikkelde het papier van tomatenstengels en biedt dit aan voor bijzondere producties. Naast kartonnen bakjes uit tomatenstengels is er nu dus ook papier uit dit materiaal.

Connecting IndustriesHet is natuurlijk een aardige poging om duurzaam papier uit tomatenvezels te ontwikkelen, maar papier wordt al lang van plantaardige vezels gemaakt. En is dus al eeuwen een groene industrie. In dit eerste boek zit minder dan 20% tomatenstengels in het papier, meer zou moeilijk gaan. Wat wel mogelijk lijkt, is de combinatie van tomatenvezels met de langere vezels uit olifantsgras. Daar kan ook meer dan 20% tomatenstengels in worden verwerkt. Dat lijkt een meer belovende ontwikkeling. In dit boek zie je de stukjes tomaat als het ware nog zitten; op de pagina’s wat een natuurlijk effect aan het papier geeft, maar ook op de foto’s hebben mensen soms stukjes tomaat op hun gezicht of op hun overhemd. Toch een leuk experiment.

Haven van RotterdamConnecting Industries: het gebeurt in Rotterdam

Nu Connecting Industries. De uitgave is mede mogelijk gemaakt door Deltalinqs, Biobase Westland, VNP, Schut Papier en de provincie Zuid Holland. De gemeente Rotterdam wordt ook genoemd. Het boek behandelt vooral losse feiten en gebeurtenissen uit de groene economie. En wel in de regio Rotterdam. Dat is een beperking: hoewel Rotterdam en de regio een belangrijke rol spelen in de biobased economy, blijft daardoor veel ongenoemd. Er is in het boek uiteraard veel over energie want dat is Rotterdam. Velen zien de import van hout voor bijstook in kolencentrales als belangrijke economische activiteit voor de haven. Belangrijk, maar niet van doorslaggevend belang voor de transitie naar de biobased economy. Doorslaggevend is de opbouw van een groene chemische basisindustrie; daarin zal de Delta zonder twijfel ook haar rol gaan spelen, maar dat staat nauwelijks in het boek. Zo zijn er meer accenten die de niet-Rotterdammer vreemd voorkomen. De ontwikkeling van duurzaam en recyclebaar PET voor flessen wordt wel besproken, maar niet – nu ja in een voetnoot – de revolutionaire nieuwe ontwikkeling van PEF door Avantium, dat een wereldsucces kan worden. Maar ja, Avantium is gevestigd in Amsterdam en de grootste producent van gerecycled PET van Europa staat in Rotterdam. Overigens wel een aardig verhaal over de recycling van PET en het statiegeldsysteem dat Nederland wil gaan afschaffen.

De rest komt er bekaaid van af

Van buiten Rotterdam, de omringende regio en de Delta, zijn er eigenlijk maar twee stukjes in Connecting Industries terecht gekomen, over de Amsterdamse start-up Photanol die via cyanobacteriën organische stoffen maakt uit CO2 en zonlicht, en een stukje over het Leidse onderzoekconsortium BioSolar Cells dat zich bezighoudt met kunstmatige fotosynthese. Twee veelbelovende Nederlandse ontwikkelingen waar je inderdaad niet omheen kunt als je een boek maakt over de biobased economy, maar beide komen niet uit Rotterdam.

Het fraaie boekwerk geeft een interessante verzameling korte verhalen uit het totaal van innovaties die een duurzame economie moeten bewerkstelligen. Maar het grote verhaal van het wat, waar, wanneer, waarom en hoe staat niet in Connecting Industries; zodat de lezer die niet vertrouwd is met de aan de gang zijnde transitie naar de groene, duurzame samenleving, toch wat verdwaasd achterblijft met heel veel vragen en ook niet te weten komt wat er in de rest van Nederland gebeurt. En in Europa. En in de rest van de wereld. Dat is vaak het lot van dit soort boeken en tijdschriften, teveel ‘His master’s voice’.

http://connectingindustries.nl/

(Visited 2 times, 1 visits today)

Plaats een reactie