Energiebossen zijn een illusie

Bosbeheer
Het rendement waarmee de natuur biomassa maakt is te klein om de energiemarkt te veroveren

Biomassa heeft een fundamenteel probleem bij gebruik in de energiesector. Er is te weinig van en het is te duur. De fossiele industrie stoot per jaar wereldwijd 35 Gton CO2 uit. De landbouw legt per jaar 7 Gton CO2 vast. Daaruit blijkt dat de landbouw nooit de energiemarkt kan vervangen. We kunnen dat ook uitdrukken in andere cijfers. Op het land staat 70 Gton geteelde biomassa, voor de energiesector zou 190 Gton nodig zijn. Hout en energiegewassen vormen geen oplossing voor het energieprobleem.

De winnaar moet een hoog rendement hebben
Er zijn nog andere manieren om energie en materialen van het land te krijgen: zonnecellen (PV), solar fuels (kunstmatige fotosynthese) en windenergie. Het rendement van de omzettingen (de hoeveelheid product per ingestraalde hoeveelheid zonlicht) zal bepalen wie de winnaar zal zijn in deze concurrentiestrijd. Dat zal niet de biomassa zijn, want zijn directe concurrenten PV en solar fuels hebben zeker een 10x zo hoog rendement per eenheid van oppervlak. Met andere woorden: energie uit biomassa zal altijd alleen maar een bijproduct kunnen zijn van de voedsel- en materialenketens.
Dit wordt treffend geïllustreerd door studies naar de grootschalige productie van biogas uit landbouwgewassen in de Oekraïne. De Oekraïne heeft gunstige omstandigheden zoals veel grond en een relatief laag arbeidsloon. De vraagstelling was of dit biogas zou kunnen concurreren met Russisch aardgas. Geen denken aan: de kostprijs ter plaatse van het biogas is al 55 ct/m3, waar nog eventuele transportkosten bij zouden komen. Conclusie: akkers van energiegewassen zijn een illusie.

Oud papier
Er is een overvloed aan oud papier op de markt

De papiermarkt zit op slot
Hoe kan het dan dat we houtsnippers uit Canada bijstoken in Europese kolencentrales? Dat heeft alles te maken met de vastgelegde papiermarkt. Men heeft in het verleden grote productiebossen aangelegd, onder meer in Canada, voor de productie van papier. Maar de papiermarkt groeit niet meer. Daarom blijven die bossen ‘over’, er is geen afzetmarkt voor hun hout. Zij zoeken hun weg naar de energiemarkt. Daarbij komt dat het in Europa verboden is, gerecycled papier bij te stoken. De inzameling van oud papier en karton is steeds efficiënter geworden en daarom is er nu een overschot aan oud papier (papier moet altijd een zeker percentage nieuwe vezels bevatten waardoor niet al het gerecyclede papier kan worden hergebruikt). Daarom exporteren we enerzijds dat oud papier naar China, terwijl wij anderzijds Canadese houtsnippers importeren voor bijstook.
De wetgever houdt de prijs van oud papier laag. Maar er zijn nieuwe afzetmarkten in ontwikkeling die niet door wetgeving worden verboden. BioMCN in Delfzijl gaat een fabriek bouwen voor vergassing van biomassa, en verwerking van het ‘syngas’ dat daaruit ontstaat, tot vele groene producten. Zou deze fabriek oud papier mogen verwerken?

Binnenlands top- en takhout
Energiebossen een illusie? En hoe zit het dan met de nieuwe bestemming voor West-Europees hout: de warmtemarkt (zie ons interview met Zwier van Olst van Staatsbosbeheer)? Berekeningen geven bijvoorbeeld aan dat vanaf € 40 per ton al het top- en takhout uit Nederlandse bossen gewonnen kan worden. Er is een grote achterstand in onderhoud, daarom kan nog jaren lang ½ miljoen ton extra aan top- en takhout gewonnen worden boven het niveau van duurzaam onderhoud. Met de daarbij behorende groene werkgelegenheid.
In Nederland hebben alle betrokken partijen bij winning en gebruik van hout, inclusief de energiebedrijven met hun kolencentrales, een houtconvenant gesloten. Dit convenant bepaalt dat al het geoogste top- en takhout ook wordt gebruikt. Daarmee is een nuttige bestemming gevonden voor de onderkant van de houtmarkt, waarvan rechte stammen (het rondhout) de bovenkant vormen. Verrassend was de consequentie van het houtconvenant, dat betrokkenen de hele keten opnieuw moeten organiseren. Hij was geoptimaliseerd op de winning van rondhout. Maar nu kunnen we duurzaam bosbeheer toepassen op de totale keten, wat tot beter beheer kan leiden.

Houtsnippers zijn concurrerend op de warmtemarkt
Houtsnippers zijn concurrerend op de warmtemarkt

Geen energiebossen
Binnenlands top- en takhout blijkt concurrerend op de warmtemarkt (bijvoorbeeld bij stadsverwarming), waar het met de aardgasprijs voor kleinverbruikers (en in vele Europese streken met die van huisbrandolie) concurreert. Maar het is niet rendabel op de elektriciteitsmarkt, waar het moet concurreren met steenkool. En het ziet ernaar uit dat dat zo zal blijven, er zijn geen grote innovaties in de pijplijn. Gebruik van hout voor de elektriciteitsproductie, door bijstook in kolencentrales, blijft daarom afhankelijk van subsidies. Vallen deze weg, dan valt ook deze toepassing weg.
Energie uit biomassa zal daardoor grotendeels een bijproduct blijven. Zoals top- en takhout een bijproduct is van bosbeheer. Zoals stro een bijproduct is van de voedselproductie. Zoals biogas een bijproduct kan zijn van het maken van biochemicaliën en biomaterialen. Maar biomassa voor energieopwekking als hoofdproduct – dat zal een uitzondering blijven. En dus zijn energiebossen, wanneer marktverstorende elementen als subsidies en een overgereguleerde papiermarkt wegvallen, een illusie.

(Visited 4 times, 1 visits today)

Plaats een reactie