Agro-food industrie en akkerbouw samen in terugwinning mineralen

‘In de biobased economy wordt maar al te gemakkelijk gezegd dat de akkerbouwer de mineralen wel even terug kan voeren op het land. Men vergeet dan te vragen of hij er wel behoefte aan heeft. Die vraag wordt in het BioNPK project opgepakt. We zorgen in onderling overleg dat de goede mineraalstromen worden teruggewonnen. De akkerbouw moet immers niet het afvoerputje worden van de biobased economy.’ Dat zegt Tjitse Bouwkamp, beleidsmedewerker bij het Productschap Akkerbouw.

BioNPK is een project van het Dutch Biorefinery Cluster dat technologische concepten ontwikkelt om mineralen te winnen uit reststromen van de agro-food industrie. Met name de mineralen stikstof (N), kalium (K) en fosfaat (P). Projectleider van BioNPK is Dirk Vermeulen, programmamanager bij Cosun Food Technology Centre. Hij werkt aan het herwinnen van mineralen uit suikerbieten.

De juiste mineralen op het juiste moment
‘Reststromen uit de suikerproductie zetten we om in biogas en digestaat. Dat laatste kunnen we scheiden in een droge en een natte fractie. Uit die natte fractie zijn de mineralen N, K en P het beste te isoleren en tot meerwaarde te brengen. Ze zijn geschikt als meststof in de landbouw. Die mineralen zitten echter juist vast in de droge fractie waardoor ze op het land maar beperkt toepasbaar zijn omdat de boer moet voldoen aan allerlei regels voor de mineralenhuishouding.’

Tjitse Bouwkamp weet daar alles van. Hij is programmaleider van het kennisprogramma Masterplan MineralenManagement, dat streeft naar een emissieneutrale akkerbouw in 2030. Een van de vraagstukken daarin is hoe de akkerbouwer voedingsstoffen op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, en op het juiste moment voor het gewas beschikbaar heeft. Met minimale verliezen en daarmee een zo laag mogelijke milieubelasting. Stikstof heeft de plant bijvoorbeeld vooral in het voorjaar nodig, om te groeien. In het najaar worden stikstofgiften voor een belangrijk deel uitgespoeld.

Optimum
Welke technologie is daarvoor het beste en wat is financieel haalbaar? Met proeven wil BioNPK daar achter komen. Daar zijn meerdere bedrijven bij betrokken, zoals AVEBE (aardappelzetmeel), Bioclear (biologische oplossingen) en Bumaga (het kenniscentrum voor papier en karton).

Dirk Vermeulen: ‘Bioclear gaat onderzoeken of je met micro-organismen meer fosfaat uit de dikke fractie vrij kunt maken.’
Tjitse Bouwkamp: ‘Ideaal is het, als je niet alleen aparte mineralenstromen kunt maken, maar ook een dikke fractie ‘schone’ organische stof die de bodem verbetert maar geen beslag legt op de gebruiksruimte voor mineralen. Juist dat ideaal vergt echter de meeste energie, hulpstoffen om de mineralen eruit te halen, én investeringen. Daarmee staat de duurzaamheid onder druk. Er een optimum van wat wel en niet kan.’

Veldproeven
‘Daarom bestuderen we in BioNPK ook alternatieven. Wél met een dikke fractie schone organische stof, maar verder met verschillende dunne stromen met gecombineerde concentraties mineralen, zo goed mogelijk afgestemd op een bepaald moment in het groeiseizoen. Het Masterplan MineralenManagement test met veldproeven op bruikbaarheid. Op basis daarvan kunnen de deelnemende bedrijven vaststellen of ze een sluitende businesscase hebben voor de akkerbouw of dat ze beter de mineralen kunnen gebruiken voor andere producten.’

‘De ideale situatie? Dat we losse stromen krijgen voor stikstof, kalium en fosfaat, met daarnaast een ‘schone’ stroom organische stof.’

Met dank aan DBC, Dutch Biorefinery Cluster

(Visited 3 times, 1 visits today)

Plaats een reactie