World Bio Markets: maak het echt, laat het leven

Op het eerste gezicht leek de World Bio Markets in Amsterdam weer één van die biobased conferenties met weinig nieuws. Er waren speeches die ons vertelden hoeveel voortgang een bedrijf had gemaakt, terwijl er nauwelijks doorbraken of onderzoeksresultaten werden gemeld. Maar bij nadere beschouwing bevatte de conferentie belangrijke boodschappen voor ons. Ten eerste het toegenomen belang van samenwerking, waar in vergelijking met een aantal jaren geleden veel meer stakeholders uit de productieketen bij zijn betrokken. Ten tweede het belang van communicatie met de consumenten van bio-based producten. En als laatste de noodzaak voor de bio-based gemeenschap om meer aandacht aan hun basis te besteden: de landbouwproductie en de uitdagingen waar deze voor staat.

kastanje World Bio Markets
Biobased economy: laten we de testfase achter ons en gaan we naar een tijdperk van groei? Foto: Freeimages.com, Paolo Gadler.

World Bio Markets: de sleutel is samenwerking

Natuurlijk, met meer dan 400 deelnemers was het een levendige World Bio Markets conferentie, met veel mogelijkheden om te netwerken. De beschikbare cabines voor één-op-één ontmoetingen waren allemaal gedurende de gehele conferentie bezet. Het publiek was zeer internationaal, hoewel de Aziatische bijdrage achterbleef. En misschien het belangrijkste thema: gevestigde bedrijven zijn bereid om nieuwe, groene en betere mogelijkheden toe te passen, en daarmee dragen ze bij aan de succesvolle realisatie van ideeën en plannen van jaren terug. Zoals Charlie Dimmler van Checkerspot in zijn presentatie zei: ‘Maak het echt, geef het leven.’ In dat opzicht zou het gebrek aan nieuwe dingen net zo goed kunnen worden geïnterpreteerd als een eerste signaal dat de biobased economie het teststadium achter zich begint te laten, en zich gaat richten op versterking en uitwerking.

Samenwerking werd door de sprekers op World Bio Markets een beslissende factor genoemd. Een paar jaar geleden werkte een bedrijf samen met één of twee andere bedrijven om nieuwe biobased toepassingen te ontwikkelen. Maar nu lieten deze zelfde bedrijven een indrukwekkend aantal samenwerkingen zien. Biobased technologie bedrijven beginnen succesvolle samenwerkingen met business-to-consumer bedrijven die in staat zijn om technologie naar consumenten producten te vertalen, en laten de marketing aan deze bedrijven over. En deze B2C-bedrijven werken op hun beurt weer samen met kwaliteitsmerken om de milieuduurzaamheid van producten te garanderen, en om acceptatie door consumenten te verkrijgen. Een typisch voorbeeld is Yulex Corporation, welke aan buitensport bedrijf Patagonia vroeg om de productie te ontwikkelen van wetsuits uit natuurlijke latex, gezuiverd van schadelijke onzuiverheden met de eigen Yulex-technologie. Patagonia werkt samen met FSC/Rainforest Alliance om een duurzaam product te garanderen, en om hun marketinginspanningen te ondersteunen.

Consumer
Communicatie met uw consument rendeert. Beeld: Freeimages.com, Jean Scheijen.

Communiceren met consumenten rendeert

Reeds in 2002 stelde het Amerikaanse U.S. Department of Agriculture hun Biopreferred Program op, en in 2016 voltooiden ze een Economische Impact Analyse van de U.S. Biobased Products Industry. Deze analyse concludeerde dat, in Amerika, elke nieuwe baan die aan een biobased product is gerelateerd, 1.76 meer banen ondersteunt. Maar ook werd geconcludeerd dat biobased nog steeds geen huishoudwoord is, en werd er gepleit voor geïntensiveerde communicatie tussen verschillende sectoren. In dit opzicht bood de conferentie B2C-bedrijven een waardevolle gelegenheid om te vertellen over hun consumenten betrokkenheid. Niet alleen was daar Patagonia, maar ook Bioserie, een bedrijf dat baby-speeltjes produceert uit groene grondstoffen; l’Oreal, dat naar groenere verpakking kijkt; Procter & Gamble, dat groenere materialen in hun schoonmaakproducten gebruikt; het Finse Paulig Coffee dat biobased verpakkingen gebruikt, en Checkerspot, die synthetische biologie als basis gebruikt om hoogwaardige materialen voor de buitensportmarkt te ontwerpen.

Deze bedrijven bespraken eigenlijk geen diepgaande kennis, zoals een conferentiedeelnemer wat zuur concludeerde. In plaats daarvan hadden ze het wel allemaal over hun benadering van hun klanten, waarbij ze een grote bereidwilligheid demonstreerden om hun biobased inspanningen uit te leggen. De algemene ervaring was dat klanten graag betere en groenere materialen zien, maar zonder kwaliteit in te ruilen voor duurzaamheid. Het leek er daarnaast op dat bedrijven met de circulaire economie gedachte een tastbaar instrument in handen hebben gekregen om uit te leggen waarom een verbeterde duurzaamheid ook de productkwaliteit verhoogt.

field rolls
Stel uw grondstof veilig. Foto: Freeimages.com, Nikolaus Wogen.

Veiligstellen van grondstof bleef onderbelicht

Weinig presentaties noemden het zekerstellen van grondstoffen hoger in de bedrijfskolom. Patagonia meldde hun behoefte aan latex, maar ging verder niet in op de wereldwijde vraag- en aanbodmarkt voor latex. Een ander voorbeeld was het Californische Novvi, een joint venture die hoog-kwalitatieve oliën en smeermiddelen op basis van hernieuwbare grondstoffen ontwikkelt, vermarkt en distribueert. Voor Novvi is suiker een belangrijke grondstof, waar ze miljoenen tonnen van nodig zullen hebben – maar ze gingen verder niet in op de verwachte ontwikkelingen op de wereldwijde suikermarkten. Een reden kan zijn dat Novvi niet tot de huidige suikermarkt verplicht is. Amyris, één van hun joint venture partners, heeft de synthetische biologie ontwikkeld die Novvi toepast om zowel eerste als tweede generatie suikers als grondstof te gebruiken, of daarnaast, ook een veelvoud aan plantaardige oliën.

Net als Novvi benadrukte ook Avantium het voordeel van een meer flexibele grondstof op basis van tweede-generatie uitgangsmaterialen. Ze behandelden hun gepatenteerde Zambezi-proces, een verbeterd en veel betaalbaarder proces om biomassa te versuikeren, oorspronkelijk reeds voor de Tweede Wereldoorlog in Duitsland ontwikkeld. Met dit proces kan Avantium glucose produceren uit een breed palet van cellulose-achtig materiaal. Ook zij gingen echter niet in op de markt voor zulke grondstoffen.

fields
Het rijk van de teler. Foto: Freeimages.com, Friedrich Plechschmidt.

‘Zonder teler geen aanbod’

In feite behandelden slechts enkele sprekers op World Bio Markets de productie van de benodigde groene grondstoffen en de betreffende markten. Bijvoorbeeld het Amerikaanse Pacific AG, dat inging op het effectief managen van een leveringsketen. Pacific biedt individuele boeren dienstverlening op het vlak van oogsten, logistiek en marketing, waarbij Pacific de leveringsketen zelf in eigendom heeft en opereert. Hun uitgangspunt: ‘Zonder de teler is er geen aanbod.’ Volgens Pacific betekent een betrouwbare marktplaats een betrouwbare aanvoer, en ze hebben geleerd om eerst de grondstoflocatie te kiezen en pas daarna de locatie voor een fabriek: ‘De feedstock met de laagste kosten zal het eerst worden benut.’

Don McCabe van de Canadese Ontario Federation of Agriculture (OFA), zelf een boer, zei ongeveer hetzelfde: ‘Ik kan de boerderij niet verplaatsen, alleen maar wat er vanaf komt.’ Hij ging uitgebreid in op het behoud van bodemkwaliteit om te blijven voldoen aan zijn twee prioriteiten voor een boer: #1 het voeden van alle markten die agroproducten als grondstof nodig zijn, en #2 het voeden van het bodemleven om kringlopen van koolstof en stikstof te managen. Maar tijdens de World Bio Markets conferentie was McCabe de enige spreker die aangaf hoe noodzakelijk het is om de beschikbaarheid van agro bijproducten, en van grondstofaanvoer, te begrijpen. Hij noemde verschillende onderzoeksrapporten door OFA betreffende oogstresiduen beschikbaar voor bio-processing. McCabe benadrukte in zijn presentatie zijn huidige rol als ondernemer. Hij beklemtoonde wel het belang van samenwerking, maar een veranderende rol voor de volgende generatie boeren benoemde hij niet. Op andere bijeenkomsten wordt dit onderwerp wel nadrukkelijk genoemd door NAJK, de Nederlandse contact-organisatie voor jonge boeren. NAJK signaleert dat de toekomstige boer nadrukkelijker de rol van procesmanager zal spelen. Iets waarvan we nog wel meer zullen gaan horen.

Interessant? Lees dan ook:
Alternatieve plantaardige olie voor de Europese oleochemische industrie
Geopolitiek van fosfaat in een biobased economy
Hele oogst benutten

(Visited 3 times, 1 visits today)

Plaats een reactie